De bestaande afspraken die de VA heeft georganiseerd in de vechtsportwereld lijken op veel steun te kunnen rekenen. Dit is de uitkomst van een onderzoek onder vechtsportschoolhouders. De afspraken die zijn gemaakt bij invoering van het Fightpassport en het Keurmerk Vechtsportautoriteit lijken door de sector te zijn omarmd.
Hind Mechri liep als student Rechten een jaar lang stage bij de VA. Zij deed onder meer onderzoek naar de rechtsgeldige binding aan afspraken binnen de vechtsport. In gewoon Nederlands: hoe zorg je dat mensen zich ook echt aan afspraken moéten houden? Een complex juridisch vraagstuk dat uiteindelijk heeft geleid tot een adviesrapport voor het bestuur van de VA.
Onderdeel van haar onderzoek was een enquête onder vechtsportschoolhouders. Onderwerp was het draagvlak voor de bestaande afspraken. Negenenzeventig sportschoolhouders namen deel aan dit geanonimiseerde onderzoek, waarin zij dus onbelemmerd hun mening konden geven.
Fightpassport
Op de stelling ‘De afspraken die de VA heeft gemaakt met sporters via het Fightpassport zijn goed voor de sector’ reageerde 85% positief of zeer positief. Bij inschrijving verbinden de sporters zich aan de Algemene Gedragsregels die gelden in de vechtsport. Als zij zich hier niet aan houden, heeft dat gevolgen die automatisch gelden bij alle bonden en alle promotors. Dit wordt duidelijk gezien als een verbetering ten opzichte van de situatie van vóór 2018. Toen werden door de verschillende bonden verschillende papieren wedstrijdboekjes gebruikt. Het was dan vaak onduidelijk aan welke regels sporters gebonden waren.
Keurmerk Vechtsportautoriteit
De afspraken die zijn gemaakt bij invoering van het Keurmerk Vechtsportautoriteit, waarin de sportschoolhouders zich verbinden aan onder meer gedragsregels en het handhaven van bepaalde normen en waarden, kunnen op dezelfde steun rekenen. De algemene teneur in de reacties is dat het goed is om eisen te stellen aan sportscholen, onder andere in het kader van de veiligheid. Kritische noten zijn er uiteraard ook. Zo zijn er vraagtekens bij het nationale karakter van de afspraken: de keurmerkverplichting voor wedstrijddeelnemers geldt niet voor buitenlandse sportscholen. De vraag wordt gesteld of de VA daar nog iets mee kan. Een kwestie die uiteraard bij de VA op het bordje ligt.
Promotorslicentie en matchmakerslicentie
Twee recentere maatregelen, de invoering van de promotorslicentie en de matchmakerslicentie, ondervinden ook weinig weerstand. Beiden kunnen rekenen op 75% steun en zo’n 20% heeft geen mening. Slechts een enkeling ziet de afspraken om de kwaliteit te bewaken niet zitten. Kritische noten kwamen vooral over de afspraken rond de matchmakerslicentie: die zouden strenger moeten worden.
Eén bond?
Tenslotte vroeg Mechri de respondenten om ja of nee te zeggen tegen het idee om tot één overkoepelende vechtsportbond of federatie te komen voor het kickboksen, thaiboksen en mixed martial arts. Twee derde is positief over het idee, een derde niet. Voorstanders denken dat het in het belang van de sporters is, en dat de vechtsport baat heeft bij aansluiting bij NOC*NSF omdat talent dan structureel ondersteund kan worden. Bij de tegenstanders is de grootste zorg of niet teveel macht bij te weinig mensen komt te liggen.
Het onderzoek van Mechri was indicatief en niet representatief. De beantwoording van de laatste vraag geeft echter een zelfde indruk als eerder onderzoek. In het voorjaar van 2021 namen 135 vechtsportschoolhouders deel aan een representatieve enquête van een onderzoeker van de Hogeschool van Amsterdam. Daarin sprak 69,9% van de sportschoolhouders zich uit voor één bond of federatie.