Een flinke delegatie van de Vlaamse vechtsportwereld was afgelopen week op bezoek in Nederland om kennis uit te wisselen en de toch al goede banden nader aan te halen. “Door informatie en ervaringen uit te wisselen kunnen we elkaar versterken,” concludeert VA-directeur Farid Gamei na afloop.
De Vechtsportautoriteit heeft al jaren goed contact met het Vechtsportplatform Vlaanderen, voorheen het Risicovechtsport Platform Vlaanderen. Deze Belgische organisatie houdt zich met min of meer dezelfde thema’s bezig als de VA. Daarbij staat het voorkomen van misstanden centraal, opdat iedereen op een verantwoorde wijze actief en passief kan genieten van vechtsporten.
Het Vechtsportplatform nam het initiatief tot een uitwisselingsbezoek, waarbij ook de sportbonden VKBMO (kickboksen, muaythai en mma) en VBL (boksen) aanhaakten, en een vertegenwoordiger van de gemeente Antwerpen, waar regelmatig vechtsportevenementen worden georganiseerd. Zij werden in Nederland ontvangen door een delegatie van de VA, de NVB en boksbond NBB.
In een sessie met de VA werd onder meer gesproken over medische zaken als hoofdcontact bij de jeugd, contacten en samenwerkingen met lokale overheden, keurmerken, audits op evenementen en vechtsport als middel om maatschappelijke doeleinden te behalen, zoals jeugdwerk en gezondheidsbevordering.
Met de sportbonden spraken de Belgische gasten over de opleidingen voor officials, coaches en ringartsen, over een goede organisatie van de wedstrijdsport en over nadere samenwerking in de toekomst.
De delegatie bezocht ook een kickboksevenement voor de jeugd. Daar werd gesproken met onder anderen officials, coaches, ringartsen en de promotor.
VA-directeur Farid Gamei kijkt terug op een vruchtbare uitwisseling: “Er is veel zin om samen te werken en elkaar waar mogelijk te versterken. Het is ook logisch als je ziet hoe dicht we bij elkaar staan, en hoeveel sporters aan beide zijden van de grens actief zijn. Ons contact met het Vechtsportplatform Vlaanderen was al goed, en ik denk dat het tussen de bonden ook goed klikt. Het is heel nuttig om ervaring te delen en te kijken waar je van de ander kan leren, dus dit gaat zeker een vervolg krijgen.”
