Na zes jaar stapt Jan Loorbach op als lid van de Raad van Toezicht van de VA. Hij zag hoe een organisatie die aanvankelijk vooral bestond uit goede bedoelingen uitgroeide tot een instituut. “We gingen heel snel van problemen oplossen naar kansen pakken.”
Jan Loorbach is al decennia actief in de sportwereld. Hij begon als basketballer. Wie zijn gestalte van 217 cm kent zal niet verbaasd zijn. Hij haalde het Nederlands team en werd topscorer van de Eredivisie.
Terwijl hij op hoog niveau sportte studeerde hij af en begon hij te werken als advocaat. Uiteindelijk werd hij ook deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Hij liet de sport nooit los. Hij werd voorzitter van de basketbalbond, bestuurslid bij NOC*NSF en Chef de Mission van de Olympische afvaardiging naar de Spelen van Sydney. We blikken terug op een van zijn laatste ‘klusjes’, zijn betrokkenheid bij de VA.
De VA werd in 2017 opgericht om de vechtsport uit het slop te trekken. Je hebt zelf geen vechtsportachtergrond, het is een onbetaalde functie, een ander zou van zijn pensioen gaan genieten. Waarom zei je toch ja toen je werd gevraagd om je met deze problemen te bemoeien?
‘Ik heb veel ervaring in het sportbestuur, ben jurist, sporter, en die combinatie maakt me kennelijk interessant. Als ik word aangesproken op dingen die ik kan en leuk vind, zeg ik vrij snel ja. Het is ook heel bevredigend als je bijdrage kunt leveren aan een goed initiatief. Bovendien werk je in de wereld van de sport vaak met leuke, positief ingestelde mensen. Die bleken ook in de vechtsport rond te lopen.’
Het model van onafhankelijk toezichthouder in de sport bestond nog niet. De VA moest zonder veel middelen voet aan de grond krijgen in een eigenzinnig wereldje. Waarom denk je dat dit gelukt is?
‘Het begon als een initiatief om de vechtsport weg te halen uit de rommeligheid, de versplintering, de verkeerde context. Ik zag mogelijkheid voor de vechtsport om op meerdere vlakken te groeien. Bij de eerste sessie, nog met de Amsterdamse burgemeester Van der Laan, ging het ook heel snel van problemen oplossen naar kansen pakken. Waarom het gelukt is: ondanks veel verdeeldheid groeide in de sector de overtuiging dat er gedeeld belang was. Promotors en sportschoolhouders zagen dat ze met een licentie of keurmerk konden aantonen dat het geen scharrelaars waren. Met behulp van de VA konden vooroordelen worden weggenomen. En gemeenten zagen steeds beter in dat ze een mooi instrument in handen kregen, waardoor zij zich er ook achter hebben geschaard. De meerwaarde die het werk van de VA gaf voor de sector en voor de gemeenten, gaf uiteindelijk de VA de autoriteit in het wereldje. Dat dit zo is afgedwongen is een groot compliment waard aan het bestuur en het bureau. Ook omdat ze maatregelen durfden te nemen die aanvankelijk niet populair waren, maar wel noodzakelijk. Pas later kwam daar, soms schoorvoetend, erkenning voor.’
Een Raad van Toezicht moet een organisatie op koers houden. Wat was de grootste uitdaging?
‘Als toezichthouders hadden we een beperkte taak. We hielden de zaak regelmatig tegen het licht, maar we dachten ook graag mee. Zo zat de vorige voorzitter er dicht op en keek hij vanuit zijn achtergrond als burgemeester regelmatig mee bij bestuurlijke kwesties. Continuïteit van financiering was eigenlijk de grootste uitdaging. Zorgen dat de organisatie duurzaam z’n werk kon doen.’
De VA begon in een versnipperde sector, met -tig bonden en veel verdeeldheid. We zien nu de geboorte van één vechtsportbond. Hoe kijk je hiernaar?
‘Ik ben heel benieuwd wat het aan toegevoegde waarde gaat geven. Negen bestaande organisaties gaan hierin op, dat is interessant. Ik denk dat deze bond een mooie plaats kan gaan innemen in het Nederlandse sportlandschap. Het biedt kansen voor de doorontwikkeling van de sporten. De bond gaat ook in aanmerking komen voor financiële ondersteuning, en daarmee kan het bijvoorbeeld meer aan opleidingen gaan doen. Het zal ook onder meer tuchtrecht en dopingbestrijding moeten overnemen van de VA. Maar VA blijft ook nog wel even nodig, als onafhankelijk toezichthouder.’
Kunnen andere sporten inmiddels iets leren van de VA?
‘De VA is natuurlijk ontstaan vanuit bepaalde maatschappelijke problemen. Die zie je bij andere sporten minder invloed hebben. In die zin laten de omstandigheden van verschillende sporten zich moeilijk vergelijken. Maar de minister van Sport heeft aangegeven dat het goed zou zijn als bonden soms gecontroleerd worden van buiten de bondsstructuur, omdat het in sommige kwesties lastig is voor een bond om het eigen handelen te beoordelen. Er wordt nagedacht over een Integriteitscentrum, en daarvoor zouden de ervaringen van de VA nuttig kunnen zijn.’
Welk advies zou je de Nederlandse vechtsport willen meegeven voor de toekomst?
‘Bewaak je betrouwbaarheid en geloofwaardigheid als sector. De bond en de VA bewegen zich in een wereld van stevige concurrentie, zowel sportief als zakelijk. Dus wat je in het ene geval doet, wordt onmiddellijk vergeleken met wat je in een ander geval doet. Wees heel transparant en consistent, want dan versterk je het draagvlak voor wat je met z’n allen aan het doen bent.’
Jan Loorbach neemt per 1 januari 2024 officieel afscheid. Hij is inmiddels opgevolgd door Rob van Bokhoven, directeur Internationale Aangelegenheden bij de Dienst Terugkeer & Vertrek bij het ministerie van Justitie en Veiligheid.