‘Eén bond is vooral in het belang van de sporter’

Geplaatst op 17 juni 2022
Facebook
WhatsApp
Twitter
LinkedIn

Deze maand vijf jaar geleden ging de Nederlandse Vechtsportautoriteit van start. Bij dit eerste lustrum blikt VA-voorzitter Herbert Dekkers in twee gesprekken terug en kijkt hij naar de toekomst. In het eerste deel van het tweeluik lag de focus op veiligheid. In dit tweede gesprek staat de toekomst van de vechtsport centraal. “Het is in het belang van de sporters en sportschoolhouders dat we naar één bond gaan. Alle andere belangen wegen we mee, maar zijn daaraan wel ondergeschikt.”

De aanvankelijke opdrachten van de VA, die de jonge organisatie in 2017 mee kreeg, zijn voor het grootste deel uitgevoerd. Het Fightpassport is gelanceerd en niet meer weg te denken. Alle bonden houden zich aan afspraken die jaarlijks in een convenant worden vastgesteld. Er zijn licenties ingevoerd voor promotors en matchmakers, zodat hun kwaliteit kan worden bewaakt en verbeterd.  Er is een verbod op trappen en stoten naar het hoofd bij jeugdwedstrijden, er is een contract met de Dopingautoriteit… Is de VA klaar en is het nu een kwestie van onderhoud? “Wat in de afgelopen vijf jaar is opgebouwd, was vooral uit een reactie op misstanden,” zegt Dekker. “Er was te weinig oog voor gezondheid, er vond criminele inmenging plaats, de organisatie van de sport was ondermaats, daar zijn de maatregelen tot nu toe op gericht geweest. Nu is de uitdaging: hoe zorgen we ervoor dat deze sporten op eigen benen kunnen staan?”

Voordelen
De VA is toezichthouder, maar voert ook allerlei bondstaken uit die eerder niet opgepakt werden. Zoals een centrale registratie in het Fightpassport, de uitgifte van licenties, het keurmerk voor sportscholen, bestrijding van grensoverschrijdend gedrag, de organisatie van dopingcontroles. Zolang de VA die dingen doet, kun je niet spreken van een sport die op eigen benen staat. “Die taken horen inderdaad bij een bond te liggen, en we zouden die ook graag overdragen, zodat wij ons kunnen richten op onze kerntaak: toezicht houden. Maar daarnaast hoort in een serieuze sport veel meer te gebeuren vanuit een bond, in het belang van de sporter en de sportschoolhouder. Elke serieuze sport in Nederland wordt georganiseerd vanuit één bond, aangesloten bij sportkoepel NOC*NSF. Zo´n bond biedt heel veel voordelen. Het organiseert één Nederlands Kampioenschap, zodat zo’n titel ook echt wat betekent. Dan weten de krant en Studio Sport ook wie er aandacht verdient. Ze zorgen voor de sterkst mogelijk afvaardiging naar een EK en WK, met de beste bondscoaches. Zo’n bond kan ook grote sponsors binnenhalen, en krijgt geld vanuit de loterijen. Dat kan dan worden besteed aan ondersteuning van topsporters en talenten, zoals we dat bijvoorbeeld zien bij de judoka’s en de schaatsers. Iets wat nu helemaal niet gebeurt in de vechtsport, waardoor talenten helemaal op zichzelf zijn aangewezen. Serieuze sportbonden komen ook op voor het economisch belang van clubs en sportscholen, laten zich horen richting politiek en media. We hebben in de coronacrisis kunnen zien hoe belangrijk dat was. We zijn er bij de VA van overtuigd dat de sporter en sportscholen gebaat zijn bij één bond. En alle andere belangen in de sector horen ondergeschikt te zijn aan de belangen van de sporter en sportschoolhouder. Want voor wie doen we het allemaal? Uiteindelijk toch voor hen?”

Twijfel  
Er wordt al lang geroepen om één bond. Een enquête onder sportschoolhouders wees ook al op ruime steun. Toch zijn er ook sceptici. Welke bezwaren worden er aangebracht? “We lopen wel tegen wat weerstand op, maar horen eerlijk gezegd niet zozeer concrete bezwaren. Niemand is tegen een betere organisatie. De scepsis komt meestal voort uit onzekerheid, en dat is begrijpelijk. Vooral bestuurders van bestaande bonden vragen zich natuurlijk af waar zij zelf passen in dat nieuwe plaatje. Zij hebben soms 20 jaar gewerkt om een organisatie op te bouwen, logisch dat zij daar zorgvuldig mee willen omgaan. Maar er is ruimte voor die organisaties binnen het één-bondverhaal. Als zij goede ingewerkte teams van officials hebben, kunnen die gewoon vanuit de nieuwe bond blijven samenwerken. Als zij goede opleiders hebben, is dat goud waard. Wij willen alle kennis en ervaring die deze mensen hebben opgebouwd natuurlijk meenemen. Maar laten we al die kennis en ervaring die nu versnipperd zit bij negen kleine organisaties, verenigen in één sterke organisatie waarin de sporter en sportschoolhouder centraal staan.”

Hoe zit dat met promotors? Kunnen de grote, bekende promotors en al die kleinere organisatoren van gala’s onder eigen naam hun evenementen blijven organiseren? “Ook promotors hebben niets te vrezen van de ontwikkeling naar één bond. Iedereen die evenementen wil blijven organiseren, kan dat blijven doen. En we willen geen eenheidsworst, ze kunnen gewoon blijven werken onder hun eigen naam of merk, met hun eigen stijl en cultuur en hun eigen kampioenschappen. Het zal ook voor hen alleen maar makkelijker worden om sponsors en media-aandacht te organiseren en vergunningen te krijgen als zij gaan werken onder de vlag van één herkenbare en door iedereen erkende sportbond.”

Hoe dan?
Gaat de VA die bond worden? Gaan de bestaande bonden fuseren? Hoe ziet de VA dat voor zich? “De VA blijft als onafhankelijk toezichthouder náást zo’n nieuwe bond bestaan. Wij gaan dus niet een bond optuigen en dan zelf de mooie bestuursfuncties bezetten. Nee, voor het opbouwen van zo’n bond willen we dat een onafhankelijke kwartiermaker wordt aangesteld. Die mag dan bepalen hoe dit spreekwoordelijke huis voor de vechtsport wordt ingericht, en hoe we aparte kamers gaan inrichten voor het kickboksen, thaiboksen en mma. En die kan daar dan ook de meest geschikte mensen bij zoeken om bijvoorbeeld de opleidingen te organiseren, de officials te coördineren, de Nederlandse Kampioenschappen te organiseren, sponsors binnen te halen en talentenprogramma’s op te zetten.”

Wanneer?
De VA bestaat nu vijf jaar. Is er nog vijf jaar nodig om dit voor elkaar te krijgen? “We zijn vorig jaar deze richting ingeslagen en hebben dat bevestigd op ons congres. Sportkoepel NOC*NSF heeft de deur wagenwijd opengezet voor aansluiting, zodat kickboksen, thaiboksen en mma volwaardige en volledig erkende sporten kunnen worden binnen de Nederlandse sportfamilie. Ook het ministerie steunt deze ontwikkeling, en onder sporters en sportschoolhouders wordt het idee ook breed gedragen. Als we er met z’n allen de schouders onder zetten en vooruit blijven bewegen met alle mensen die hieraan mee willen bouwen, moet de bond er eind volgend jaar kunnen staan.”

 

Deel 1 van het tweeluik: ‘Veiligheid is voorwaarde voor toekomst vechtsport’

Foto: Herbert Dekkers (links) op het VA-congres in gesprek met presentator Leon Verdonschot